Wat is zelfbewustzijn? Zelfbewustzijn is het vermogen om jezelf helder en objectief te zien door middel van reflectie en zelfonderzoek. Waarom is dit zo belangrijk en is dit te versterken als je daar niet zo goed in bent?
Misschien is het niet mogelijk om totale objectiviteit over jezelf voor elkaar te krijgen ( dit is een discussie die door de hele geschiedenis van de filosofie nog steeds wordt uitgevochten), maar er zijn zeker niveaus van zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn bestaat binnen een zekere grens.
Hoewel iedereen een algemeen idee heeft van wat zelfbewustzijn is, weten we niet precies waar het vandaan komt, wat zijn voorgangers zijn, of waarom sommigen van ons meer of minder lijken te hebben dan anderen.
Dit is waar de Zelfbewustzijnstheorie om de hoek komt kijken, met een aantal mogelijke antwoorden op vragen als deze.
Wat is de Zelfbewustzijnstheorie?
De Zelfbewustzijnstheorie is gebaseerd op het idee dat je niet je gedachten bent, maar de persoon die je gedachten waarneemt; je bent de denker, apart en los van je gedachten (Duval & Wicklund, 1972).
We kunnen onze dag doorbrengen zonder aan ons innerlijke zelf te denken, alleen maar denken en voelen en doen wat we willen; we kunnen echter ook onze aandacht richten op dat innerlijke zelf, een vermogen dat Duval en Wicklund “zelfevaluatie” noemden.
Wanneer we aan zelfevaluatie doen, kunnen we erover nadenken of we denken en voelen en handelen zoals we “zouden moeten” doen of onze normen en waarden volgen. Dit noemen we dan vergelijken met onze maatstaven van juistheid. Wij doen dit dagelijks en gebruiken deze normen als een manier om de juistheid van onze gedachten en gedragingen te beoordelen.
Het gebruik van deze normen is een belangrijk onderdeel van het beoefenen van zelfcontrole, omdat we beoordelen en bepalen of we de juiste keuzes maken om onze doelen te bereiken.
Theoretisch onderzoek
Deze theorie bestaat al verschillende decennia, waardoor onderzoekers genoeg tijd hebben om de betrouwbaarheid ervan te testen. De diepgaande kennis over zelfbewustzijn, de verbanden en de voordelen ervan kan ons een gezonde basis bieden om het zelfbewustzijn bij onszelf en anderen te vergroten.
Volgens de theorie zijn er twee belangrijke uitkomsten wanneer we onszelf vergelijken met onze normen ten aanzien de juistheid ervan:
We “slagen” of vinden overeenstemming tussen onszelf en onze normen.
We “falen” of vinden een discrepantie tussen onszelf en onze normen (Silvia & Duval, 2001).
Wanneer we een discrepantie vinden tussen de twee, staan we voor twee keuzes: werken aan het verkleinen van de discrepantie of deze volledig actief vermijden.
De zelfbewustzijnstheorie (en het daaropvolgende onderzoek) suggereert dat er een paar verschillende factoren zijn die van invloed zijn op de manier waarop we kiezen te reageren. In wezen komt het erop neer hoe we denken dat het zal uitpakken; als we denken dat er weinig kans is dat we deze discrepantie daadwerkelijk kunnen veranderen, zijn we geneigd het te vermijden. Als we geloven dat het waarschijnlijk is dat we onze afstemming op onze normen van correctheid kunnen verbeteren, ondernemen we actie.
Onze acties zullen ook afhangen van hoeveel tijd en moeite we denken dat de aanpassing zal kosten; hoe langzamer vooruitgang wordt geboekt, hoe minder waarschijnlijk het is dat we de aanpassing ter hand nemen – vooral als de waargenomen discrepantie tussen onszelf en onze normen groot is (Silvia & Duval, 2001).
In wezen betekent dit dat wanneer we geconfronteerd worden met een groot verschil dat veel consequent en gericht werk zal vragen, we vaak gewoon de moeite niet nemen en blijven vasthouden aan het vermijden van zelfevaluatie over dat specifieke verschil.
Verder bepaalt ons niveau van zelfbewustzijn in wisselwerking met de waarschijnlijkheid van succes bij het afstemmen van onszelf en onze normen hoe we over het resultaat denken. Wanneer we zelfbewust zijn en denken dat de kans op succes groot is, schrijven we succes of mislukking over het algemeen snel toe aan onze inspanningen.
Omgekeerd, wanneer we zelfbewust zijn maar denken dat de kans op succes klein is, zijn we geneigd te denken dat de uitkomst meer beïnvloed wordt door externe factoren dan door onze inspanningen (Silvia & Duval, 2001). Natuurlijk wordt ons succes in het afstemmen op onze normen soms deels bepaald door externe factoren, maar we hebben altijd zelf een rol gespeeld in onze successen en mislukkingen.
Interessant is dat we ook enige controle hebben over onze normen, zodat we onze normen kunnen aanpassen als we merken dat we er niet aan voldoen (Dana, Lalwani, & Duval, 1997).
Dit is waarschijnlijker als we meer gericht zijn op de normen dan op onszelf; als we falen wanneer we meer gericht zijn op de normen dan op onze prestaties, zijn we eerder geneigd de normen de schuld te geven en ze aan te passen aan onze prestaties.
Het klinkt misschien alsof je de schuld alleen maar afschuift op de normen, en jezelf dus vrijpleit voor de fouten die je maakt, maar er zijn veel situaties waarin de normen te streng zijn. Veel therapeuten werken met mensen die bij zichzelf onhaalbaar hoge eisen stellen en zichzelf geen kans op succes geven als ze zichzelf vergelijken met hun innerlijke verwachtingen.
Uit het onderzoek naar zelfbewustzijn blijkt duidelijk dat het een belangrijke factor is in hoe we denken, hoe we ons voelen en hoe we handelen – en hoe we reageren op onze gedachten, gevoelens en handelingen.