Dit is een mooie vraag
Uit onderzoek blijkt dat vaders met dochters is behulpzamer zijn en daardoor zich makkelijker aan de behoeften van de meisjes aanpast dan een vader met zonen. Deze onderzoek is via een hersenscans en opnames onderzocht wat de interactie is tussen de kinderen en hun ouders.
Wist je dat vaders van peuters in verhouding vaker zingen met hun dochters, dan met hun zonen? Vaders laten zichzelf emotioneel sneller zien, als ze verdrietig zijn. De wetenschappers geven aan dat dit gedrag voortkomt uit een oude rollenpatroon wat op generatie op generatie over gaat. Vaders met zonen gaan veel meer stoeien meer met hun zoon, doen ”stoere” dingen en zijn vaker competitiever ingesteld en zeggen meer ‘trots’, ‘winnen’ en ‘geweldig’ als woorden. Bij dochters gebruiken meer analytische taal, woorden zoals ‘alles’, ‘onder’ en ‘meer’.
Je ziet ook het verschil als kinderen hun vaders roepen. Vaders van dochters reageren vaker en sneller dan de vaders van zonen. Aangeleerde gedrag in je opvoeding bepaalt over hoe we jongens en meisjes van jonge kinderen behandelen. Hiermee moeten we bewuster mee omgaan.
Onderzoek naar de rol van de vaders
In een Amerikaanse onderzoek volgden ze aantal vaders van peuters en bekeken ze de interacties tussen deze vaders en hun dochters en zonen. De onderzoekers richtten zich nu op vaders met één zoon of dochter. Deze proefpersonen droegen 48 uur lang een opnameapparaat om gesprekken tussen deze proefpersonen op te nemen. En als extra kregen alle vaders een MRI-scan, om hun hersenactiviteit te registreren. Ondertussen bekeken de onderzoekers de foto’s van verschillende volwassenen en kinderen hoe hun gezichtsuitdrukkingen waren.
Wat de onderzoekers hieruit concluderen dat meiden vaker empatischer zijn, omdat ze in hun opvoeding beter ondersteunt worden door hun ouders. Het is ook dat dochters bij ouders sneller volwassener moeten gedragen, en al een verzorgende rol worden toebedeeld. De jongens worden lang klein gehouden, met idee dat ze achterlopen, dingen niet kunnen omdat het jongens zijn.
Daardoor gedragen ze minder empatischer. Als vaders van zonen nou net zo omgaan als met hun dochters – en dus ook bij hun openlijk praten over hun emoties – zou je de jongens beter helpen om zich emotioneel sneller te ontwikkelen. Wanneer je deze emoties onderdrukt, omdat we nog steeds stereotype beeld creëren tussen dochters en zoons.
Blijven de jongens op dit gebied nog afgevlakt, en kunnen ze op latere leeftijd leiden tot depressies, slechte sociale intimiteit en een slecht huwelijk. De rol ligt hier bij de vader, aangezien zij een voorbeeld functie hebben, vooral van hun 11e jaar gaan ze spiegelen.