Ik lees net een discussie over “gedragsproblemen” en die triggert mij. Want wat is nou eigenlijk een “gedragsprobleem”?
Inmiddels heb ik ervaring met “probleemgedrag” bij verschillende doelgroepen, verschillende situaties en zowel persoonlijk als professioneel en wil ik graag delen waar ik baat bij heb gehad, zowel persoonlijk als professioneel.
Ik heb de afgelopen dagen van dichtbij gedrag gezien waarmee functioneren in het dagelijks leven een serieus probleem is, maar waar degene die het vertoont totaal geen last van heeft. Dat gedrag komt voort uit ernstige oververmoeidheid. Als je namelijk na een ingrijpende gebeurtenis niet meer kunt slapen, draaien de hersenen zulke overuren dat daar “probleemgedrag” uit voortkomt.
Ik heb daarnaast in die tijd ook gedrag ervaren, dat zo op het oog samenhangend, correct en sociaal geaccepteerd is maar dat qua uitwerking problematisch is en zelfs beschadigend. Dat is gedrag dat totaal geen rekening houdt met de ander, dat gericht is op overdonderen of zelfs intimideren zodat de ander precies gaat doen wat jij wilt.
Kortom, het is TE gemakkelijk om gedrag eenzijdig toe te schrijven aan één persoon.
Gedrag is een reactie op een prikkel, heel simpel: actie = reactie.
Als je uitgaat van jouzelf als persoon dan wordt elk gedrag dat jij ziet, hoort of ervaart al gekleurd door wie jij bent.
(De één wordt al gek van getik met een pen, terwijl de ander het niet eens opmerkt).
Er zijn twee soorten prikkels en die beïnvloeden elkaar onderling ook weer.
* Er zijn prikkels die van buiten komen: bijvoorbeeld als iemand schreeuwt, komt bij jou irritatie op.
* Prikkels kunnen ook vanuit het lichaam komen: bijvoorbeeld als je bang bent, ga je huilen.
En dan hebben we het nu nog maar over één persoon.
Dat is simpel en overzichtelijk
Punt is dat het nooit zo simpel is; jij hebt je eigen ongeschreven regels, manier van doen, gedachten, gevoelens en referentiekader die invloed hebben op hoe je omgaat met prikkels én je hebt te maken met anderen die ook weer hun eigen persoon meebrengen. Daarnaast kan het zijn dat prikkels van binnenuit al het andere overstemmen of dat prikkels van buitenaf te dominant worden waardoor je gedrag kunt gaan vertonen dat problematisch is voor jezelf of voor anderen.
In zijn algemeenheid is gedrag bedoeld om onprettige sensaties voor jezelf op te heffen of om greep te krijgen op een gevoel van onveiligheid. In situaties waarin je je niet fijn voelt, ga je gedrag vertonen om uit die situatie te komen en als dat niet kan pas je je aan. De meeste reacties zijn terug te voeren naar een oeroud instinctief mechanisme van vechten, vluchten of bevriezen. Dat mechanisme geldt voor iedereen; ongeacht intelligentie, persoonlijkheid en karakter. Wat je er van terug ziet is wel van persoon tot persoon verschillend.
Normaal gesproken heb je invloed op de keuzes die je maakt. In sommige situaties kies je er voor om je te onttrekken aan onplezierige situaties, in andere is het beter om de confrontatie aan te gaan en onder invloed van angst doe je vaak niets.
In stressvolle situaties is gedrag een manier om evenwicht te herstellen. Iemand die onveiligheid ervaart kan obsessief gaan ordenen door steeds opnieuw het huis schoon te maken of alles in huis te verplaatsen. Dat LIJKT “probleemgedrag”, maar is feitelijk een signaal dat iemand niet meer zelf zijn gedrag kan reguleren.
Controle over je gedrag is een samenspel van gedachten, gevoelens en ervaringen. De controle neemt af als je onder grote spanning staat, als je een beperking hebt of een traumatische ervaring hebt doorgemaakt. In die gevallen is het moeilijk om aangepast gedrag te vertonen en zul je moeite hebben om je gedrag te reguleren.
Met dit alles in je achterhoofd kun je dus nooit zomaar stellen dat er sprake is van “probleemgedrag”. Als er moeilijk verstaanbaar gedrag is, vraagt dat om een bewuste, respectvolle en zorgvuldige benadering waarbij de volgende vragen de kern vormen:
Van wie is het probleem?
Van degene die het gedrag vertoont of van een ander die het gedrag waarneemt en er last van heeft?
In de interpretatie van gedrag gaat nogal eens iets mis. Iedereen kent wel de opmerking “wat kijk je boos”, terwijl jij diep in gedachten bent. Of “zit nou eens stil” als jij nodig moet plassen en de vergadering niet onnodig wilt verstoren. Objectief vaststellen welke acties en reacties er zijn (geweest) is de eerste stap om te komen tot een gelijkwaardige opstelling waarmee een oplossing gevonden kan worden.
Hoe acuut is het probleem?
Als er sprake is van direct gevaar is het natuurlijk lastig om uitgebreid te gaan denken en plannen. Dan moet er gewoon gehandeld worden.
In alle andere gevallen is het verstandig om even stil te staan en bewust samen te kijken naar alles wat meespeelt. Mijn ervaring is dat er bovenmatig veel aandacht is voor “agressie beheersing en situatiehantering” wat er uiteindelijk toe leidt dat de opbouwende signalen niet opgemerkt worden of verkeerd worden geïnterpreteerd en dat mensen vastlopen in reageren als het uit de hand gelopen is.
Elke escalatie is een opbouw en dus is er in elke fase de mogelijkheid om anders te gaan handelen.
Wat doet een ieder in die situaties zelf al om te de-escaleren?
Iedereen, hoe verward of beperkt ook, doet zelf dingen om de controle terug te krijgen. Als daar aandacht voor is, kun je samen gaan werken. Waarbij een ieder doet waar hij goed in is en waarbij iedereen elkaar in de gaten houdt om te zien hoe ze er in staan.
Zelf laten doen waar dat kan, samen doen waar het mogelijk is en pas overnemen als het niet meer lukt.
Wie zijn er bij betrokken en hoe staan zij er in?
Hoe zijn de gezagsverhoudingen en is het mogelijk om elkaar eerst als mens te ontmoeten? Valkuilen voor onder meer professionals zijn dat zij direct in de deskundigenrol stappen en de boel overnemen. Resultaat daarvan is dat de ander achter over gaat leunen, zich afhankelijk gaat voelen of gemaakt wordt en dat er een plan opgetuigd wordt dat zijn doel voorbijschiet.
Om tot een compleet en zo objectief mogelijk beeld te komen is het prettig als er ruimte en openheid is zodat iedereen zijn gevoelens en gedachten kunnen delen en hun eigen gedrag kunnen afstemmen op de situatie. Oog hebben voor non-verbale manieren om verbinding te herstellen, mensen in hun waarde laten en beseffen dat handelen ook een averechts effect kan hebben, zonder dat dat meteen FOUT is.
Samen flexibel blijven en terug gaan naar waar het goed ging om van daaruit weer te gaan bouwen.
Welke omstandigheden spelen mee?
“Probleemgedrag” is vaak ook een optelsom van niet passende omstandigheden. Systemen die geen rekening houden met persoonlijke variatie, langdurig niet begrijpen van de signalen of chaos die voortkomt uit handelingsverlegenheid of omgekeerd. Ook fysieke omstandigheden spelen mee; de ruimte is niet geschikt, het programma is niet geschikt, er is te weinig persoonlijke aandacht mogelijk of bedenk zelf maar meer vanuit je eigen ervaringen. Gooi voor even conventies overboord en ga doen wat NODIG is.
Bereid zijn om het gedrag van één persoon te zien als beginpunt voor veranderingen die voor veel meer mensen prettiger zijn. Regels en systemen opnieuw bekijken en beslissen of ze helpend of belemmerend zijn.
Hopelijk heb ik met dit blog een opening gegeven voor anders kijken naar “probleemgedrag”. De simpelste en minst effectieve manier is aannames doen, invullingen geven en oordelen. Een meer effectieve en gelijkwaardige manier is stil staan en kijken naar wat er gebeurt; bij jou en bij de ander(en). Dat is niet de makkelijkste manier maar levert wel vele malen meer resultaat.
Veel succes en vooral plezier met het kijken naar jezelf en anderen vanuit een nieuw perspectief! Als ik met dit verhaal maar één iemand heb geïnspireerd om meer op zoek te gaan naar afstemming en vergroting van onderling begrip, dan is dat al de moeite waard.
Karen Poot