Aan de rand van het bos waar de deuren gesloten zijn
Naar aanleiding van een prikkelende stelling op ‘Zensitivity’ heb ik een aantal blogs beloofd. Leuk om te doen. Ik ga hier voorlopig graag mee door. En heb ook wel een aantal onderwerpen ‘op voorraad’ waar ik het vanuit mijn rol als psychiatrisch verpleegkundige graag wil hebben. Maar, om te beginnen, wil ik ingaan op die stelling waar het mee begon.
“Er zijn echt duizenden psychiatrisch zieke mensen in ons land die in een chronische instelling in een bos veel beter zouden gedijen dan ze nu doen” Bram Bakker
Deze woorden klonken mij als muziek in de oren. Niet omdat ik zo nodig ‘bevestiging’ nodig heb van een stelling die ik al langere tijd aanhang; maar –vooral- omdat ik meen dat deze stelling meer geldt dan ooit. Ik zal proberen het uit te leggen. Eerst even een stukje historie: de grote paviljoens / ziekenhuizen / inrichtingen zijn zo’n twee eeuwen geleden opgericht. Ik doel dan op de ‘psychiatrische ziekenhuizen’ (let op het woord ‘zieken’huis: de erkenning in die tijd dat een psychiatrische aandoening een ‘ziekte’ is. Ik schreef er in mijn vorige blog over…) zoals het Provinciaal Ziekenhuis (ooit Meer en Berg), De Bavo in Noordwijkerhout, Vogelenzang in Bennebroek; de hele kuststreek kent ze wel; maar ook op elders in het land: grote instituten waar plaats was voor honderden, soms zelfs meer dan duizend patiënten.
Bij het ontstaan van deze grote instellingen streefde men naar meer ‘vrijheid’ en minder dwangmiddelen (hoewel de praktijk erg weerbarstig was, en óók vooral de opvattingen daarover nog wel eens verschilden; ook daar zal ik t.z.t over schrijven!) maar de gedachte was dat er een soort ‘minimaatschappij’ gecreëerd moest worden. Met een eigen kwekerij, eigen vee, een bakkerij, winkels, tuinen om in te werken. Terecht werden er in reacties op de opmerking van Bram Bakker vragen gesteld als ‘waarom aan de rand van het bos’. Welnu, het gaat er niet precies om wáár, als het maar ‘landelijk’ (voor de rust) gelegen was en –vooral- niet te dicht bij de grote stad alwaar men ‘last’ kon hebben van de patiënten. Je mag wat mankeren…maar val ons er niet mee lastig. ‘Opbergen’ dus, die patiënten. Ver van de bewoonde wereld…
En toen was daar de ommekeer. En nee, ik ben niet alleen maar van ‘vroeger was alles beter’. Er ontstonden écht wel goede ideeën over hoe we met ‘zorgafhankelijke mensen’ moesten omgaan. En één van de belangrijkste opvattingen was wellicht toch dat iedereen (dus IEDEREEN) aanspraak maakt op zijn eigen plekje in de maatschappij. Met zoveel mogelijk ‘zelfbeschikkingsrecht’. Zelfs ‘anders zijn’ mocht. En het is aan de maatschappij zich zodanig in te richten dat er voor iedereen een plek is. (Denk eens even terug aan de geschetste ‘antipsychiatrie’ in mijn eerste blog; de zestiger en zeventiger jaren) Inmiddels waren we dus een stuk verder in de tijd; maar gaandeweg gingen de grote instituten sluiten en verhuisden patiënten massaal naar kleinere woonkernen in de grote stad. Waarover ik kan meepraten was (de eerste afdeling) Rijperland: een groep chronische patiënten die in één klap overgingen naar flat Kemperring in De Bijlmer. 1985. Het zou in totaal vijf jaar duren (van ’85 tot ’90) en toen was het héle Provinciaal Ziekenhuis ‘leeg’ (om vervolgens 25 jaar leeg te blijven staan, maar dáár gaat deze blog niet over…) en er was geen patiënt meer ‘aan de rand van het bos’ te bekennen. En Ziekenhuis Vogelenzang volgde. En De Bavo volgde. En meer en meer…Maar het tegengeluid was al even waar: het zou domweg ‘bezuiniging’ zijn. Grote kostbare instituten op kostbare grond… Zelfs dáár is wat voor te zeggen: ik heb mij wel eens de vraag gesteld waarom onder de ziektekostenverzekering (en later de AWBZ; let wel: algemene wet bijzondere ZIEKTEkosten) zowel de kachel moest branden, het dagelijks vertier geregeld, eten en drinken bekostigd… álles wat onderdeel is van een ‘gewoon mensenleven’.
Er is wat voor te zeggen (en ik heb dat ook wel bepleit) dat we dat ánders hadden kunnen organiseren. De AWBZ-kosten rezen de pan uit (die overtuiging heb ik wel) maar in plaats van het ‘op onderdelen anders organiseren’ ontstond er een enorme bezuinigingsslag (door het sluiten van de grote instituten) onder het mom van het ‘recht’ op je eigen plekje in de maatschappij. Maar, en dan komen we bij de kern van dit betoog, er was wel een hele grote keerzijde aan dit verhaal. En dit is relevanter dan ooit. Ik kom daar straks nog even op terug.
Wat nu als je écht niet het ‘organiserend vermogen’ hebt om je eigen leven vorm te geven? Wat nu als je angsten, je depressies of je terugkerende psychosen je zódanig in beslag nemen dat ze je leven beheersen? Dat ze je belemmeren in het bedenken en uitvoeren van het alledaagse: zorgen voor je eigen werk, je eigen geld, je eigen eten, je eigen huis? Wat nu als je zodanig ‘afwijkt’ dat je per definitie verschoppeling wordt in de jou toegemeten omgeving? Wat nu als we vinden dat de maatschappij veel toleranter zou moeten staan tegenover mensen die afwijken; maar dat in de praktijk helemaal niet is? Prachtige dialogen, in de zeventiger en tachtiger jaren aangezwengeld door Pandora (de patiëntenvereniging) met die mooie leus “ooit een normaal mens ontmoet? En, beviel het” op een ‘spiegelend’ affiche. Ze hadden gelijk! ‘Wat is normaal?’ Wie bepaalt wat niet-normaal is. Wat afwijkend is? En áls je dan afwijkt van ‘wat gebruikelijk is’ verlies je dan je recht op je eigen plek? Nee! Deze acties gericht op acceptatie van hen die –om wat voor reden dan ook- in beslag genomen worden door hun probleem of hun aandoening waren een groot goed!
Ik zal dat ook nooit betwisten.Maar zoals altijd zit er aan alles een keerzijde. Terug naar ‘hen die echt niet in staat zijn zich staande te houden’ in de hectiek en veeleisendheid van de hedendaagse maatschappij. Het is een goedkope discussie naar ‘schuld’ te kijken en daarbij kritisch naar de maatschappij te zijn. Maar daar is het ‘afwijkende individu’ niet mee geholpen. Er ZIJN nu eenmaal mensen wie het niet lukt. Die in vereenzaming vervallen. Of in angst. Of in afstoting. Of in verwaarlozing. Of in verslaving. Of in een gruwelijke combinatie van ál deze genoemde elementen.Ik denk en hoop dat Bram Bakker gedoeld heeft op déze groep. Mensen die een veilige, beschermde omgeving nodig hebben. Symbolisch ‘aan de rand van het bos’. Of misschien toch wel letterlijk: een béétje verder weg van de hectiek en de verleidingen (en gevaren) van de drukke maatschappij.
Mensen die het daarbij misschien ook wel nodig hebben dat er iemand af en toe sturend optreedt in het bewaken van het voedingspatroon. Of in het bewaken van de lichamelijke hygiëne en gezondheid. Of iemand die sturend optreedt in het ‘hoe gaan we met elkaar om’. Of in het vinden van min of meer zinnige dagactiviteiten. Mensen die je óók nabij zijn als je angsten, je wanen of je hallucinaties je te veel plagen. Of mensen die je nabij zijn als je net dat moment van vertwijfeling hebt en je depressie je over het ‘randje van het leven’ doet neigen. Mensen om je heen die altijd ‘het beste’ voor je willen maar niet ‘het onmogelijke’ nastreven. Mensen…van goede wil. Mensen met verstand van zaken. Psychiatrisch verpleegkundigen.En bij dat utopische beeld van het ‘paviljoen aan de rand van het bos’ moet je misschien zélfs wel accepteren (of incalculeren) dat je dan nét even wat minder vierkante metertjes aan privacy hebt. Of dat je ‘in principe’ wel zelfbeschikkingsrecht hebt, maar dat er tóch mensen zijn die –waar nodig- zich met je belangrijke levensbeslissingen bemoeien.
Kortom: een gecreëerde omstandigheid waar je nog heel veel ‘mag’ ontwikkelen, maar die vooral beschermend is en je niet voortdurend tegen de grenzen van je eigen beperkingen doet botsen. Krenking op krenking…Ik zou erop terug komen: ik schreef ‘En dit is relevanter dan ooit’. Ik zal dat uitleggen. Ik ben bezorgd over de ontwikkelingen die zich sinds 1-1-2015 hebben ingezet. ‘De’ AWBZ bestaat niet meer. Alle verzamelde zorg voor mensen die langdurig zorgafhankelijk zijn is opgesplitst in ‘zorgverzekeringswet’ (voor thuiszorg: verzorging en verpleging), ‘wet langdurige zorg’ (voor opname in verpleeghuis of instelling voor de ‘zware’ categorie verstandelijk beperkten) en ‘wet maatschappelijke ondersteuning’: een gemeentewet die in moet staan voor begeleiding en opvang van mensen met een psychiatrische aandoening.
Naast het feit dat dit een onuitlegbare brei is (waar moet je als burger zijn) is de invoer van deze nieuwe wetgeving ook veel te snel gegaan (!) én kunnen gemeentes er op eigen wijze vorm aan geven. En bovenal: de nieuwe wetgeving en met name de opsplitsing belemmert ons het ‘holistisch denken’! Voor je lijf naar de ZVW, voor je geest naar de WMO. Voor mij is dit onbestaanbaar! En de zorgelijke berichten zijn niet van de lucht: meer criminaliteit, meer verslaving, meer ‘kommer en kwel’ rondom dakloosheid of ‘niet voor jezelf kunnen zorgen’ en, samengevat: ‘meer psychiatrie op straat’. Het zijn de excessen die gemeld worden (‘de politie luidt de noodklok’) maar hierachter gaat nog veel meer verborgen ellende schuil.
In mijn dagelijks werk draag ik verantwoordelijkheid voor de ‘begeleiding van mensen met een GGZ aandoening en/of een verstandelijke beperking en/of verslaving’. Ik doe dat graag. Ik doe dat -louter en alleen- ambulant. Ofwel ‘bij de mensen thuis’. De grap is dat je dan wél een ‘thuis’ moet hebben! En als je dat al hebt, moet de begeleiding zodanig vorm gegeven kunnen worden dat dat thuis zijn niet verandert in een vol-verzamelde en vervuilde zwijnenstal. Een dealershonk. Een brandgevaarlijke pleisterplaats van elkaar opzoekende aan lager wal geraakte patiënten. Jaja, ik gebruik nu wat beeldend (of heet dat cynisch) taalgebruik. Ik weet het. Sorry daarvoor. Maar ik wil dat het u raakt. De groep, hierboven geschetst, is groeiende.
En (maar dat is een heel andere discussie, misschien iets voor BLOG vijf of zes…) er is niet zo heel veel voor nodig om in korte tijd te veranderen van min of meer gezond in de maatschappij meedraaiend individu tot een aan ‘de onderkant van de samenleving bungelende’ patiënt. Zó ruimhartig en tolerant is onze snelle maatschappij echt niet.En dan geeft het toch te denken… geef iedereen zijn kansen. Maar erken dan toch op zijn minst dat er altijd een groep mensen zal zijn die het beste gedijt in dat veilige, mooie paviljoen aan de rand van het bos. Bram Bakker: shake! I agree.
Lees ook
1 Laat een reactie achter
De flat Kempering is ondertussen gesloopt.
Waar de bewoners naar toe zijn?
Ik weet het niet.
Mag ik dit ook weer een bezuiniging noemen?
Deze zomer liep ik langs de overblijfselen van Rijperland.
Wat een treurnis!
Vriendelijke groet,